zondag 7 april 2013


Er zit veel muziek in Parma

Als ik zaterdagavond een half uur voor aanvang (om negen uur) het plein voor de Duomo oploop staat er al een enorme rij bezoekers voor de linkerdeur van de kathedraal. Een minuut op tien later blijkt ook de rechterdeur tegelijk met de linker open te gaan. Ik spurt met de helft van de rij naar rechts en ben heel snel binnen. Vind een mooie plek aan het middenpad en zie nu pas het programma. Het wordt een hommage aan Astor Piazzolla!
De Accademia Concertante di Milano, een strijkorkest met een pianist, de Schola Cantorum Ars Nova en het grote koor van de Stad Milaan treden op. Leider van dit geheel is Matteo Fedeli die zijn Stradivarius viool de bandeneon van Piazzolla moet doen vergeten en dat lukt hem aardig. Op het programma staan de vier jaargetijden van de Argentijn voor het strijkersensemble en piano. Daarna komen de koren op. Die vinden met z’n tachtigen een natuurlijke plek op de rode marmeren trappen van het koor van de kerk en zingen de volgende vier stukken mee. Ave Maria en al Angel klinken. Uitsmijter wordt het ons bekende Adios Nonino. De prachtige kathedraal uit 1069 (ook de hele vloer is van rood marmer) met beroemde fresco’s heeft uiteraard een flinke nagalm maar ik vond het concert prachtig. Bovendien aangeboden door de stad Parma en dus gratis. Ik schat een 1500 toehoorders.
Het schitterende interieur van het Teatro Farnese, door de gelijknamige familie gesticht.

Gratis of bijna gratis werd ook de trend van vandaag. De musea hebben allemaal een 65+ regeling waar ik ook onder val.... Het paleis Pilotta, een zestiende eeuwse burcht van steen kent z’n schatten alleen binnen. Buiten ziet het er het meest uit als een gevangenis. Maar wel ‘s morgens al om half negen (!) open. Om kwart over negen ben ik de enige bezoeker in  de Nationale Gallerie en als eerste bezoek ik het Teatro Farnese. Ik sla achterover als ik hier binnen wordt gelaten. Een enorme theaterzaal met aan beide kanten amfitheatergewijs oplopende banken en daarboven een soort nissen (loges) met beelden. En alles is van hout! Ook het enorme toneel en achtertoneel. Het deed me sterk denken aan het Teatro Olympico van Palladio in Vincenza. Dat dateert uit plusminus 1550, dit Farnese in zeventiende eeuw. Maar prachtig mooi. Dat hout vind je ook terug in de snijzaal van de universiteit van Bologna waar ik eens was. Kennelijk een traditie uit de streek.

De Nationale Gallerie bezit veel religieuze kunst. Veertiende en vijftiende eeuw maar heel mooi geëxposeerd zodat je er heel dicht bij kunt komen. In een zaal een origineel plafond-fresco van Correggio waar je pal op staat. Dat is nog eens educatief: je ziet de natte verftechniek op tien centimeter. Kom daar maar eens om in de Sixtijnse Kapel.
Vanmiddag ben ik weer terug bij de muziek. Parma is een echte muziekstad. Er is een conservatorium, drie theaters die ook als concertzaal dienst doen en dan die kathedraal nog. Maar ik was in het Casa della Musica een museum dat vooral ging over de honderdjarige herdenking van de geboorte van Verdi en Wagner. Nu zitten we in het jaar waarin het tweehonderd jarig bestaan van deze beroemde componisten wordt gevierd. Een Engelssprekende medewerkster moest even vertellen dat ze viermaal per jaar in Nederland komt (Delft en Roermond) en ook Leeuwarden wist te liggen.
Nog interessanter was het naastliggende Huis van het Geluid, een museum gewijd aan de opkomst van de radio en de grammofoonplaat tot alle nieuwste geluidsdragers- en afspelers. Er was een geluidstheater waar ik met nog een Italiaans echtpaar werd getrakteerd op indrukwekkende ‘soundscapes’, zoals klassieke klanken van Monteverdi eerst in het teatro Farnese opgenomen en daarna hetzelfde stuk in de kathedraal. Zo had ik het gisteravond zelf gehoord. Verder geluid van motorraces en vogels in een bos. Fantastische opnamen. De zaal is gebouwd door de universiteit van Parma waar ook de opnamen vandaan komen. Het werd gepresenteerd door een studente.
Beide musea zijn ondergebracht in kerken en dat is de beste bestemming voor leegstaande Godshuizen. Je moet er natuurlijk wel het geld voor hebben maar dat lijkt in Parma geen probleem.

Het leukste museum heb ik tot het eind bewaard: het geboortehuis van Arturo Toscannini dat nog alle originele woonvertrekken heeft met daarin ongelofelijk veel spullen van deze wereldberoemde dirigent. Zijn boeiende leven (hij werd 85) werd verteld in een 45 minuten durende documentaire die op zolder draaide. Uiterst boeiend omdat de man zich al in een vroegtijdig stadium van het Fascisme distantieerde, niet meer in Salzburg dirigeerde toen daar der Ansluss een feit werd. Hij richtte een Palesteins orkest op en speelde in Israël en Egypte. In de Tweede Wereldoorlog kreeg hij in New York een eigen orkest, het NBC orkest. Deze schoonvader van Horowitz (dochter Wanda trouwde met deze pianist) werd het voorbeeld van vele grote dirigenten. In de Scala dirigeerde bij zo’n beetje alle opera’s. Hij ontmoette Verdi en Wagner nog en dat was allemaal in dit voortreffelijke museum te zien. Toch gek dat ik precies de enige bezoeker was, maar daardoor werd ik wel in de watten gelegd: de suppoost bleef de hele rondgang bij me!

Het extérieur van het geboortehuis van Arturo Toscannini.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten