donderdag 19 september 2013

Het is niet zo zinvol om hier recensies van films die ik zie op het filmfestival Film by the Sea te geven, maar ik kom net uit de documentaire De Keuken van Johannes die hier zondag in premiere ging.
De film van Bianca Tan duurt een uur en we zien de gisteren overleden Johannes van Dam in zijn biotoop. Dus eerst aan een tafeltje om de gerechten te recenseren: proeven, proeven en nog eens proeven en dan inspreken op een memorecordertje. We zien hem op een scootmobiel (hij had onlangs een enkel gebroken op de ongelukkige trap van zijn huis) over de Albert Cuypmarkt rijden en met iedereen een praatje maken. Hij krijgt een levende kreeft gratis mee van de vishandelaar voor de lunch, geeft aanwijzingen aan de bakker. En dan zijn we langdurig in zijn huis in de buurt van het Spui. Overvol: met boeken, keukengerij, kranten en tijdschriften. Er is een keukentje waarin een enorme vlees-snijmachine, een enorme keukenmachine, potten en (enorme)pannen. Van Dam blijkt een assistent te hebben (Ilja) die alle boodschappen en veel andere dingen doet. Maar Van Dam maakt de chutney en vult er vele bewaardozen mee. Er is een groot verschil tussen zijn heldere geest die compacte kranten recensies voortbrengt, in jury's zinnige dingen zegt en de Johannes van Damprijs voor het eerst uitreikt en zijn lichaam dat duidelijk niet meer wil. Hoe hij thuis moeizaam trappen neemt en steeds weer boeken opstapelt (hij kreeg dagelijks dikke pillen ter recensie), op de divan slaapt met z'n onafscheidelijke kat en met de tv altijd aan. Het was een prachtig portret van een aandoenlijk man die er dus niet meer is. Ik denk aan de poes en aan Ilja. Je zou verwachten dat op een filmfestival mensen in de rij staan om zo'n actuele documentaire te zien. Maar dat hield met vijftien wel op.
Verder zag ik de veel geroemde Chileense film Gloria, een Italiaans meesterwerkje, een voorbeeldig verhaal uit Canada dat op het platteland speelt en ook Fries had kunnen zijn. Alleen jammer dat wij in Friesland niet in staat zijn kwaliteitsfilms te maken.
Kortom ik vermaak me in Vlissingen uitstekend en het weer werkt enorm mee. Echt bioscoopweer!





maandag 16 september 2013


Zaterdag monumentendag, ook in Rotterdam

Ik heb in Rotterdam al de mooiste panden bekeken omdat ik de laatste jaren vaak op de landelijke Monumentendag hier ben. De Van Nellefabriek is er elk jaar wel bij. Is ook fantastisch, maar vandaag (zaterdag) kies ik voor het Oude Noorden. Die wijk ligt vlakbij de camping en heeft veelbelovende gebouwen open. Eerst het Huis van Bewaring aan de Noordsingel. De Blokhuispoort van Rotterdam, zeg maar. Het enorme gevangeniscomplex is ook een aantal jaren geleden gesloten maar volledig intact. Je kunt met een rondleiding mee maar ja mag ook zelf een route lopen die je tot in alle uithoeken brengt. In de vrouwenvleugel b.v. met een eigen luchtplaats die weldadig begroeid is en door de voormalige bewoonsters gekoesterd en onderhouden werd. Daar steekt de kale luchtplaats van de mannen als een lelijk schoolplein bij af. Gelukkig mogen zaterdag de kinderen hier zoveel tekenen en kliederen als zij willen. Het complex is minstens zo groot als onze Leeuwarder bajes maar heel anders van opzet. Een ronde toren in het midden verbindt de gangen met drie verdiepingen cellen als spaken van een wiel. Daaronder de service-ruimten met de keukens, verwarming etc.



Dit complex zit aan de singelkant vast aan een enorm gebouw waarin tot een paar jaar de Arrondisementsrechtbank en het Kantongerecht zaten. Ook dit gebouw is nog onbedorven omdat er tot voor kort opleidingen van allerlei aard (Lusac College) in zaten, maar inmiddels staat het net als de gevangenis leeg. Er is een zeer ambitieus plan getekend om te komen tot woningen, appartementen, buurtvoorzieningen en veel groen. Het geheel moet deze “Vogelaarwijk” opstoten tot een hoger niveau. We gaan het volgen!

In dezelfde wijk zijn in drie (woningbouw)woningen museumwoningen gemaakt. Er is een huis (bovenwoning) in de stijl van de jaren 40 en 50 ingericht met een voor en achterkamer en een tussenkamer met schuifdeuren. In de achterkamer is een bedstee ingericht. Jonge gezinnen met kinderen kijken hier hun ogen uit. Ik ook trouwens want er staan allerlei dingen die je grootouders ook hadden tot een wasmangel op het balkon aan toe.



In het pand ernaast is beneden een woning ingericht alsof het 1960-70 was. Het is volgestouwd met ‘och-heden-ja’ spullen en mijn leeftijdscategorie herkent eigenlijk alles. De Tomado tafeltjes en wandrekken, de Bruynzeelkeuken en in de krantenbak ligt natuurlijk Het Vrije Volk. In de bovenwoning is de woning van je ouders te zien deugdelijk meubilair als een dressoir, een zwarte telefoon, noem maar op. Slaapkamers maar ook de keuken ende bezemkast staan vol spullen met nostalgische namen: Pril en Sunlightzeep in een afwasklopper. Ik legde nog even een voor ons bekende klok vast:


Zondagmiddag was dan de concertante opera in De Doelen, de eigenlijke reden voor mijn komst naar Rotterdam. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van zijn chef, Yannick Nézet-Séguin speelde hier Der Fliegende Holländer van Richard Wagner samen met solisten en het koor van de Nederlandse Opera. De attractie voor mij was eenzelfde opzet als indertijd de uitvoering van Tristan en Isolde onder Gergjev met videoprojecties van Bill Viola. Dat was onvergetelijk. En ook deze zondagmiddag werd de muziek ondersteund door videoprojectie op een enorm scherm boven het podium. Ditmaal was een Australiër gevraagd voor de beelden: Shaun Gladwell. Om een lang verhaal kort te maken: de videobeelden sloegen nergens op terwijl de muziek  en de solisten fantastisch was. Waar Bill Viola met zijn mysterieuze beelden de opera versterkte keken we hier naar reeële opnamen van zee en strand, waarbij een surfer langdurig op de branding reed. Gladwell had van te voren in een speechje uitgelegd dat de beelden niet direct een relatie met de opera hadden. Ik vond ze er zelfs mee in tegenspraak. De stormachtige ouverture werd nu gespeeld onder een kalm zeetje, wat enorm afleidde. De video was dus geen succes, maar de muziek des te mee. Dus toch een mooie middag.

Voordat ik me opsluit in de bioscoopzaaltjes van Festival by the Sea besluit ik met een beeld dat ik nog niet eerder zag. De schepping van Rem Koolhaas op de Kop van Zuid is klaar en levert met de Erasmusbrug dit beeld op.

zaterdag 14 september 2013


najaarsreis 2013: Den Haag
Woensdag reed ik na een probleemloze rit Den Haag binnen en even later ook weer uit om met een bocht in Wassenaar terecht te komen waar de camping vlakbij Duindigt, de renbaan, ligt. ‘s Middags op de fiets naar Scheveningen om te controleren wat ik zondag in Andere Tijden op TV zag: de verloedering van Kurhaus en de Pier. Na de ingrepen van Reinder Zwolsman in de jaren zestig en naar diens zeggen de tegenwerking van de gemeente Den Haag kwam het gemoedelijke Scheveningen met z’n fraaie boulevard en z’n doorkijkjes op de Noordzee, in de nederklits. Nu ziet het er wel erg volgepropt uit. Het lange en brede strand staat vol tenten waar het op deze winderige woensdag vrijwel leeg is. De boulevard is kermisachtig en alleen het hoge middendeel van het Kurhaus is nog over. Daarnaast lelijke hoogbouw. Met het circustheater en het casino is het op het plein erachter, wel erg vol en zichtlijnen naar de zee ontbreken volledig.
Donderdag museumdag! Op de fiets ging het bij mooi weer richting Zorgvliet. Bij de rotonde bij Madurodam (iets uit richting) keek ik even in m’n atlasje en hoorde ineens mijn naam roepen. Voor de rotonde stond André Rietveld aan het stuur van een splinternieuwe gemeente-limosine. Hij had twee wethouders van Leeuwarden afgeleverd bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten en heeft wat tijd stuk te slaan. We hebben even een stief kwartiertje bijgepraat. Leuk! Daarna naar het Gemeentemuseum waar de topstukken uit het Mauritshuis hangen maar ook de beroemde Mondriaans. Een zomertentoonstelling van werk van amateurs-kunstenaars levert ook een paar fraaie uitzichten op. Vervolgens naar het Haagse Fotomuseum even verder op. Hier hangt een overzicht van het werk van Koos Breukel. Het gaat om portretten van BN’ers maar ook van onbekenden. Een ander deel bevat foto’s die de levensloop van mensen uitbeeldt. Aardig is dat hier ook het fotoatelier van de fotograaf is nagebouwd. Indrukwekkende fototentoonstelling.
Daarna fiets ik naar “Stroom” een kunstenaarscentrum op de Hoge Wal bij de Koninklijke Stallen. Hier is een imponerende tentoonstelling over de inrichting van bunkers met veel achtergrondinformatie en foto’s maar in de kelders van het pand ook door kunstenaars ingerichte bunkerkamers. Heel realistisch. Aan het eind van de middag langs mooie fietspaden (onder andere door park Clingendael) tyerug naar Wassenaar.

Bij de vorige reis naar Den Haag was het oog gevallen over het langs de Leidschestraatweg gelegen automuseum van Louwman, vlakbij de camping. Op de fiets was ik er zo. Een enorm gebouwencomplex bevat dat Louwman Museum waar een particuliere verzameling antieke-, race- en gebruiksauto’s bijeen is gebracht. Drie verdiepingen vol glimmende auto’s. Van de vroegste exemplaren (stoomauto) tot auto’s uit de jaren zestig. Heel veel beroemde race-auto’s van tussen beide Wereldoorlogen die races als Le Mans en Indianapolis hadden gewonnen. Hele collecties rode Italianen (Ferrari en Alfa’s) maar ook grote ‘striekiezers’ zoals cadillac’s (waaronder een van Elvis Presley) en Studibakers. Een grote wagen van Churchill, een motorfiets van Montgomery en ga zo maar door. Heel veel exemplaren van Spijker uit het begin van de vorige eeuw. De rondgang eindigt op het “museumplein”, een cosy pleintje met winkeltjes en vele terrassen en een heus restaurant. Het was er nog verbazend druk voor een door de weekse ochtend. Ik heb me er zeer vermaakt.
 ‘s Middags was ik naar Het Volkspaleis waarover ik donderdag in het NRC had gelezen. Een vijf sterren recensie voor wat inderdaad fantastisch was: Middenin het Zeeheldenkwartier ligt sinds jaar en dag een enorme electriciteitscentrale. Midden in de stad. Nu van E-ON. Vergelijkbaar met wat er in Leeuwarden aan de Franklinstraat stond. Met schoorsteenpijpen en al. Een deel van deze centrale staat al jaren leeg en is binnen ontmanteld. Maar het 35 meter hoge gebouw heeft een enorme inhoud waarin stalen trapconstructies en halve vloeren zitten. Deze, geheel verduisterde ruimte is de door een kunstenaarscollectief ingericht met zeven projectieschermen en een theater waar elke avond voorstellingen zijn. Overdag draait op de schermen een film: The Lost, gemaakt door Reynold Reynold op 16 mm film, vrijwel geheel in zwart wit. De film suggereert een speelfilm uit de jaren dertig te zijn die speelt in Berlijn en zogenaamd verloren is gegaan (The Lost) maar teruggevonden. Op elk van de enorme schermen wordt een deel van deze film tegelijkertijd vertoond. Het gruizelige beeld is zo in overeenstemming met de ruimte waarin we rondlopen dat het tot een bijzondere belevenis wordt. Het deed mij denken aan de Gasometer van Oberhausen. (zie elders).

Afgelopen maandag deed mijn voordeur dienst als decor voor de opnamen van een aflevering van "De Keet", een serie die Omrop Fryslan dit najaar uitzendt: Jan Arends voert een emotioneel gesprek met de bewoner van dit pand.......

zaterdag 27 april 2013


Onderweg naar een groots werk van Christo

Reisdagen zijn niet het interessantst om te beschrijven in een Blog. En ik heb net twee reisdagen achter de rug. Maar de eerste rit vanuit Vicenza via Verona begon fantastisch: schitterend weer op de Italiaanse feestdag. 25 april 1945 werd Italië bevrijd van de Duitse bezetter en is sindsdien een feestdag en een vrije dag. Dat betekent geen vrachtwagens op de weg en dat is een zegen als je de mooie rit over de Brenner pas maakt. Fraaie vergezichten, alle bergtoppen bedekt met sneeuw, prachtige wegen. Oostenrijk verdient natuurlijk ook aan al dit moois: een tiendagen vignet dat iedere chauffeur maar gedurende een dag gebruikt kost € 8,50 en op de Brenner staat ook een “Alt station”.
In Innsbruck beneden in het dal commandeert de Tom Tom mij richting Bregenz: naar het westen dus en niet richting Salzburg. Het navigatiesysteem heeft een mooie route naar Duitsland voor me in petto. Het gaat via Obsteig over de Fernpass en de Lermoos tunnel onder de flanken van de Zugspitze met Garmisch Partenkirchen op de achtergrond, naar Duitsland. Hier rijden via de smalle tweebaansweg met een paar haarspelden wel vrachtwagens en erg veel cabrio’s met de kap naar beneden. Mooie mensen op een mooie dag in een mooi landschap: het is genieten.
Maar de dag is nog niet om. Na Ulm wordt het drukker en drukker op de Duitse snelwegen en bij Stuttgart loopt het geheel vast. Ik beland van de ene file in de andere en verlies zoveel tijd dat de aankomst in Neckargemünd in donker komt te liggen. Als ik in de file richting Mannheim stilsta zie ik een bord dat naar een camping in Neckarsulm verwijst. Vijf kilometer. De keus is gauw gemaakt en als ik eenmaal de afslag bereik is het leed gelegen. Tien minuten later sta ik op een prima camping waar de rust overheerst.
Vrijdag ben ik ingesteld op weer zo’n rit want de route langs Heidelberg en Frankfurt is ook een drukke, maar zie het valt alles mee. Ik heb niet stilgestaan en ben omstreeks half een in Oberhausen. Dat komt goed uit want zo kan ik een uur uittrekken om in de Gasometer (een enorme voormalige gashouder) van Oberhausen het kunstproject van Christo (de beroemde inpakker van super-bouwwerken als de Rijksdag en de Pont Neuf in Parijs) te bekijken. 


Hier is ingericht de Big Air Package. Christo (een Bulgaar van geboorte) en zijn vrouw Jeanne-Claude (inmiddels overleden) maakten al eerder zakken om lucht in te verpakken onder andere op de Dokumenta van Kassel eind jaren zeventig. 



Maar hier in deze enorme ‘tank’ van 114 meter hoogte hangt een ‘airbag’ van schitterend wit materiaal die bijna honderd meter hoog en vijftig meter in diameter meet en die 177.000 kubieke meter lucht insluit. En het mooie is dat wij in deze airbag een kijkje kunnen nemen. Het is alsof je in een ongelofelijke grote heteluchtballon bent, een kathedraal van wit materiaal met een ‘koepel’ van mythische afmetingen die van buiten wordt aangelicht. Je bent dan op een enorm wit platform met arena-achtige trappen waarop ligkussens. En dat is wat je moet doen: achteroverliggend dit magische beeld in je opnemen. 


De bezoekers praten ook op gedempte toon, een ieder is onder de indruk.
In deze zelfde ruimte zag ik eerder Bill Viola’s video-installatie Five Angels for the Millennium waarbij op vijf schermen tot in de nok van de Gasometer vertraagde videobeelden werden getoond en vooral indrukwekkend geluid ten gehore werd gebracht.
Een fantastische onderbreking van de reis. Dan gaat het regenen, net voorbij Arnhem is het weer droog. De temperatuur is 8 graden. Thuis wacht Coby met een warm onthaal!

woensdag 24 april 2013


Zonovergoten villa’s in paradijselijke tuinen

Een pracht dag in Vicenza. Dat begon er al mee dat de onbewolkte hemel ook nog eens heldere was en wat zie ik boven Vicenza: sneeuw op de bergen van di Asiago, het gebied in het noorden van de provincie Vicenza. Met een verwachtingsvol gemoed fiets ik richting de villa’s aan de rand van deze mooie stad. Net buiten het centrum begint een vrijliggend fietspad. Bij de villa La Rontonda moet ik een paar honderd meter omhoog. Het gebouw ligt op een lage heuvel met uitzicht over de landerijen. Ik sta natuurlijk weer als eerste voor het nog gesloten hek. Dan komt er een bus uit Tsjechië het nauwe straatje in. Een bus vol jonge studenten. Verwachtingsvol, net als ik. Veel dure camera’s maar ook boeken en aantekeningen. Dit zijn duidelijk bouwkunde studenten die Palladio’s schepping kennen uit Quattro Libri dell’Achitettura,  hèt studieboek uit 1570.


Een dan gaat het hek los en inderdaad, ik ben als eerste binnen. Ik was al eens in die schitterende tuinen maar nu wandel ik rechtstreeks de villa La Rotonda binnen. Een eerste, maar ook de enige tegenvaller: er mag niet gefotografeerd worden en eigenlijk moet ik de camera in een plastic zak stoppen maar dan mag ‘m toch in de zak van m’n colbertje opbergen. Later ziet ik alle studenten met een gele plastic zak sjouwen.

Binnen is het schitterend. Het is er ook groot. Dit is eigenlijk geen bewoonbaar huis maar het heeft nog het meest van een tempel. Natuurlijk vooral door de zuilen die symmetrisch naar alle vier de windstreken wijzen. De rotonde op dak is eigenlijk de koepel van wat nog het meest op een kerk lijkt. Wij hebben alleen toegang tot de “bel-etage”. Daaronder zit nog een enorm basement waar vroeger alle diensten werden verricht (keuken, opslag van hout en reserve bouwmaterialen en die liggen ere nog). De ronde hal is eigenlijk een soort ontvangstruimte waar je in komt van welke kant je de villa ook binnenkomt. Daar omheen liggen in alle vier hoeken de vertrekken. Er is slechts een als zitkamer ingericht. Desgevraagd vertelt een suppoost dat het huis nog steeds toebehoort aan de familie Valmarana die ere zelden zijn. Er is geen verwarming, er zijn alleen wat lampen om de kunstwerken aan te lichten. Dit huis kan eigenlijk alleen als zomerhuis dienst doen.

een reproductie geeft toch een indruk van het interieur van de villa La Rotonda


De decoraties, fresco’s en beelden zijn overweldigend en veel. Er zijn door de eeuwen heen wel veranderingen aangebracht. Zo zijn er binnentrappen, wenteltrappen eigenlijk, aangebracht om op vier plaatsen vanuit de grote hal naar de verdieping te komen. Wij kijkers mogen daar helaas niet komen. Maar de architectonische vorm: een kubusvormig, volstrekt symmetrisch gebouw met een ronde vorm op dak (de rotonde) het maakt een briljante indruk. Ik ben heel blij dit wonder nu ook van binnen te kennen.

ai Nani ook van de rijke familie Valmarana


Even verderop op die heuvel ligt nog een Valmarana villa, ditte Ai Nani. Hij is van recentere datum (1688) en is door Muttoni getekend. Ook hier weer een schitterend park met in een bijgebouw een voortreffelijk “caffetaria”. Ik zit hier op het terras, in de zon met een heerlijke cappuccino. Het is windstil en ik hoor overal de vinkenslag. In de verte zelfs een koekoek. Dit is het paradijs!

dinsdag 23 april 2013


klank- en lichtspel in Teatro Olimpico

De kampeerreis van de ANWB gaat naar Turkije! Ik kreeg een gesprek met een van de deelnemers die pas twee dagen op stoom zijn en op weg naar Ancona. Daar ligt de ferry naar Griekenland en dan gaat het vandaar over land door naar Istanbul. Het echtpaar dat de zaak begeleidt was vanmorgen al voor dag en douw vertrokken. Het weer laat zich vriendelijk aanzien na de vele regen van maandag. Ik stap dus op de fiets want het is hier goed toeren: er zijn speciale fietspaden door de mooiste landschappen aangelegd en al “kruisen” deze de snelwegen naar het zuiden, mij deert dat niet. En zo kom ik tegen het eind van de ochtend in de richting van Vicenza mijn doel tegen: de villa La Rotonda. Die ligt hoger op een soort heuvel en overziet de omringende velden. 


Die waren vast ook in handen van de familie Valmarana. Zij gaven Andrea Palladio de opdracht tot het bouwen van de villa die tot de meest geslaagde van allemaal uitgroeide. Ik had mij al afgevraagd wat dat woord Valmarana bij een groot aantal gebouwen van P. toch betekende tot dat later op de dag een medewerker van het Palladiomuseum dat kon vertellen. Schatrijke grootgrondbezitters hebben in die zestiende eeuw de mooiste gebouwen laten neerzetten. In de gehele Veneto maar vooral in Vicenza en in Venetië. In dat museum kom ik alles over Palladio aan de weet. De beroemdste gebouwen zijn allemaal in maquettevorm te bezichtigen. Op de wanden worden professoren van alle belangrijke universiteiten ter wereld geprojecteerd om er een college te houden over onze held. Andrea Palladio schreef ook verhandelingen over architectuur. Er zijn vier delen handboeken Architectuur die voor het eerst in 1570 werden gedrukt en tot de dag van vandaag worden herdrukt. De eerste drukken liggen in de verzameling.

Woensdag hoop ik La Rotonda eindelijk van binnen te bekijken en dat belooft wat als ik de maquette bekijk. Van binnen was vandaag al wel Teatro Olimpico in Vicenza zelf te bekijken. Dat is ook zo iets moois. Het oudste theater ter wereld heeft nog alle sporen van de Romeinse- en Griekse amfitheaters. Ook hier een halfronde, oplopende zittribune maar wel van hout. Daar rondom schitterende versieringen met  Griekse helden in nissen. We kijken naar het podium met daarvoor een verdiepte ‘orkestbak’. Op het podium staat een compleet decor met nissen waarachter in ver doorgevoerd perspectief een hele stad is opgebouwd. Het moet de Griekse stad Thebe verbeelden want ook hier werden Griekse drama’s gespeeld. Als eerste Oedipus en wel op 5 maart 1585. Dat is allemaal overgeleverd. 


Bij het Teatro hoort ook nog een gehoorzaal waar Goethe tijdens zijn Italiaanse Reis, eind achttiende eeuw, al werd uitgenodigd door het Palladio-genootschap.
De staf van het Olimpico heeft voor de bezoekers nog een verrassing in petto: er wordt een klank- en lichtspel aangezet. Veel synthesizer muziek en de kleuren paars, groen sproeiden in het rond. Een goed gekozen klassiek stuk (opera of zo, we zijn toch in het land van de opera?) en een lichtspel met gewoon wit licht zou mijn voorkeur hebben. Maar goed het theater is alleen al indrukwekkend genoeg.


maandag 22 april 2013

In Vicenza is alles Palladio wat de klok slaat

Op de reis van Florence naar Vicenza kun je op zondag ook Padua aandoen en dat deed ik. Ik wist natuurlijk niet dat de jaarlijkse marathon aan de gang was maar de mega manifestatie zorgde voor dichtgezette afritten. Toch lukt het mijn camper op fietsafstand van de binnenstad kwijt te raken. Jammer dat het af en toe sputterde maar dat werd gedurende de dag beter. In het centrum was het loopcircuit met drankhekken en linten uitgezet en slechts op een paar punten kon je passeren. Gezien het groot aantal heel verschillende lopers denk ik dat het om meerdere afstanden ging en dat de marathonlopers inmiddels voorbij waren. Maar goed de binnenstad van Padua liet zich prima bekijken en die is fraai. Toch maken die steden de indruk gelijk te zijn uitgebouwd. Een grote basilica, een ducaal (groothertogelijk) paleis, veel palazzi van rijke inwoners met nu geheel andere bestemmingen dan woonhuizen. In Padua is een mooi ‘paleis van de commandant’ (van de stadsmilitie) uit de vroeg zestiende eeuw waarin een astronomisch uurwerk met een doorsnee van, schat ik, acht meter zit dat zelfs stamt uit 1344. Grote wijzerplaten aan uurwerken op torens zijn hier (en ook in Zwitserland) niet ongewoon.
Zo maakte ik in het voorbijgaan kennis met Padua.

Een doorgang in het parcours van de marathon van Padua


Toen op naar Vicenza, de stad van de grote Andrea Palladio, de architect die de bouwkunst een enorme ‘boost’ heeft gegeven. Letterlijk alles is in deze stad ook overgoten met een sausje van Palladio. Zelfs de supergrote en nieuwe shoppingmall, hier vlakbij, heet naar hem. Op de rit naar Vicenza via binnenwegen zie al een aantal van de beroemde villa’s midden in het platteland staan en ook naast de camping staat een verwaarloosd exemplaar. Een aantal wil ik nog bekijken maar dat valt nog niet meer door de beperkte openingstijden. La Rotonda, de beroemdste uit 1570 is bijvoorbeeld alleen woensdag gedurende een paar uur te bezichtigen. Ik ga dat wel proberen.

In Vicenza is het zondagmiddag om 16.45 ongeveer een gezellige boel. Heel de stad slentert over het Corso Andrea Palladio heen en weer, de zon schijnt nu voluit en op het grote plein Piazza dei Signori staat een bloemenmarkt. Ook daar is het vol en als ik naar boven kijk naar het Palazzo delle Regione zie ik mensen in drommen rondgaan. Dat wil ik ook. Dit gebouw is heel bijzonder. De oude grote hal die er sinds de Middeleeuwen stond was een wrak geworden toen het stadsbestuur de jonge architect Palladio vroeg om een oplossing. Het werd z’n eerste grote werk en vestigde meteen z’n naam. Hij bedacht een ondersteunende ombouw met pilaren (werd zijn kenmerk) die een arcade vormden. Op de eerste verdieping maar ook op de tweede maakte hij een omloop en daarboven ligt het grote koperen dak. Binnen zit de Middeleeuwse zaal nog verstopt. Er is vandaag een gitaar meeting waarvan de klanken naar buiten komen.

Op het piazza Palladio staat de meester zelf in natuursteen.


Ik ben zowel op de eerste als op de tweede omloop wezen kijken en je hebt dan een schitterend gezicht op de stad: bijna alle beeldbepalende gebouwen zijn van de Veneto-architect. Direct naast het gebouw staat de 83 meter hoge campanile uit de dertiende eeuw die wonderlijk goed past bij Palladio’s meesterstuk. Ook aan deze toren zo’n enorme wijzerplaat. 


Boven zie je ook hoe hoog de omgeving van Vicenza oploopt. De provincie van dezelfde naam heeft in het noorden ook bekende skigebieden. Ondanks de regen van vandaag (een leesdag) blijf ik hier een paar dagen. Er waren maar weinig buren maar vanmiddag liep plotseling zo’n kampeerreis van de ANWB binnen. Nu staan er zo’n vijf en twintig Nederlandse caravans met bijbehorende stellen die een beschermde reis maken.