donderdag 19 september 2013

Het is niet zo zinvol om hier recensies van films die ik zie op het filmfestival Film by the Sea te geven, maar ik kom net uit de documentaire De Keuken van Johannes die hier zondag in premiere ging.
De film van Bianca Tan duurt een uur en we zien de gisteren overleden Johannes van Dam in zijn biotoop. Dus eerst aan een tafeltje om de gerechten te recenseren: proeven, proeven en nog eens proeven en dan inspreken op een memorecordertje. We zien hem op een scootmobiel (hij had onlangs een enkel gebroken op de ongelukkige trap van zijn huis) over de Albert Cuypmarkt rijden en met iedereen een praatje maken. Hij krijgt een levende kreeft gratis mee van de vishandelaar voor de lunch, geeft aanwijzingen aan de bakker. En dan zijn we langdurig in zijn huis in de buurt van het Spui. Overvol: met boeken, keukengerij, kranten en tijdschriften. Er is een keukentje waarin een enorme vlees-snijmachine, een enorme keukenmachine, potten en (enorme)pannen. Van Dam blijkt een assistent te hebben (Ilja) die alle boodschappen en veel andere dingen doet. Maar Van Dam maakt de chutney en vult er vele bewaardozen mee. Er is een groot verschil tussen zijn heldere geest die compacte kranten recensies voortbrengt, in jury's zinnige dingen zegt en de Johannes van Damprijs voor het eerst uitreikt en zijn lichaam dat duidelijk niet meer wil. Hoe hij thuis moeizaam trappen neemt en steeds weer boeken opstapelt (hij kreeg dagelijks dikke pillen ter recensie), op de divan slaapt met z'n onafscheidelijke kat en met de tv altijd aan. Het was een prachtig portret van een aandoenlijk man die er dus niet meer is. Ik denk aan de poes en aan Ilja. Je zou verwachten dat op een filmfestival mensen in de rij staan om zo'n actuele documentaire te zien. Maar dat hield met vijftien wel op.
Verder zag ik de veel geroemde Chileense film Gloria, een Italiaans meesterwerkje, een voorbeeldig verhaal uit Canada dat op het platteland speelt en ook Fries had kunnen zijn. Alleen jammer dat wij in Friesland niet in staat zijn kwaliteitsfilms te maken.
Kortom ik vermaak me in Vlissingen uitstekend en het weer werkt enorm mee. Echt bioscoopweer!





maandag 16 september 2013


Zaterdag monumentendag, ook in Rotterdam

Ik heb in Rotterdam al de mooiste panden bekeken omdat ik de laatste jaren vaak op de landelijke Monumentendag hier ben. De Van Nellefabriek is er elk jaar wel bij. Is ook fantastisch, maar vandaag (zaterdag) kies ik voor het Oude Noorden. Die wijk ligt vlakbij de camping en heeft veelbelovende gebouwen open. Eerst het Huis van Bewaring aan de Noordsingel. De Blokhuispoort van Rotterdam, zeg maar. Het enorme gevangeniscomplex is ook een aantal jaren geleden gesloten maar volledig intact. Je kunt met een rondleiding mee maar ja mag ook zelf een route lopen die je tot in alle uithoeken brengt. In de vrouwenvleugel b.v. met een eigen luchtplaats die weldadig begroeid is en door de voormalige bewoonsters gekoesterd en onderhouden werd. Daar steekt de kale luchtplaats van de mannen als een lelijk schoolplein bij af. Gelukkig mogen zaterdag de kinderen hier zoveel tekenen en kliederen als zij willen. Het complex is minstens zo groot als onze Leeuwarder bajes maar heel anders van opzet. Een ronde toren in het midden verbindt de gangen met drie verdiepingen cellen als spaken van een wiel. Daaronder de service-ruimten met de keukens, verwarming etc.



Dit complex zit aan de singelkant vast aan een enorm gebouw waarin tot een paar jaar de Arrondisementsrechtbank en het Kantongerecht zaten. Ook dit gebouw is nog onbedorven omdat er tot voor kort opleidingen van allerlei aard (Lusac College) in zaten, maar inmiddels staat het net als de gevangenis leeg. Er is een zeer ambitieus plan getekend om te komen tot woningen, appartementen, buurtvoorzieningen en veel groen. Het geheel moet deze “Vogelaarwijk” opstoten tot een hoger niveau. We gaan het volgen!

In dezelfde wijk zijn in drie (woningbouw)woningen museumwoningen gemaakt. Er is een huis (bovenwoning) in de stijl van de jaren 40 en 50 ingericht met een voor en achterkamer en een tussenkamer met schuifdeuren. In de achterkamer is een bedstee ingericht. Jonge gezinnen met kinderen kijken hier hun ogen uit. Ik ook trouwens want er staan allerlei dingen die je grootouders ook hadden tot een wasmangel op het balkon aan toe.



In het pand ernaast is beneden een woning ingericht alsof het 1960-70 was. Het is volgestouwd met ‘och-heden-ja’ spullen en mijn leeftijdscategorie herkent eigenlijk alles. De Tomado tafeltjes en wandrekken, de Bruynzeelkeuken en in de krantenbak ligt natuurlijk Het Vrije Volk. In de bovenwoning is de woning van je ouders te zien deugdelijk meubilair als een dressoir, een zwarte telefoon, noem maar op. Slaapkamers maar ook de keuken ende bezemkast staan vol spullen met nostalgische namen: Pril en Sunlightzeep in een afwasklopper. Ik legde nog even een voor ons bekende klok vast:


Zondagmiddag was dan de concertante opera in De Doelen, de eigenlijke reden voor mijn komst naar Rotterdam. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van zijn chef, Yannick Nézet-Séguin speelde hier Der Fliegende Holländer van Richard Wagner samen met solisten en het koor van de Nederlandse Opera. De attractie voor mij was eenzelfde opzet als indertijd de uitvoering van Tristan en Isolde onder Gergjev met videoprojecties van Bill Viola. Dat was onvergetelijk. En ook deze zondagmiddag werd de muziek ondersteund door videoprojectie op een enorm scherm boven het podium. Ditmaal was een Australiër gevraagd voor de beelden: Shaun Gladwell. Om een lang verhaal kort te maken: de videobeelden sloegen nergens op terwijl de muziek  en de solisten fantastisch was. Waar Bill Viola met zijn mysterieuze beelden de opera versterkte keken we hier naar reeële opnamen van zee en strand, waarbij een surfer langdurig op de branding reed. Gladwell had van te voren in een speechje uitgelegd dat de beelden niet direct een relatie met de opera hadden. Ik vond ze er zelfs mee in tegenspraak. De stormachtige ouverture werd nu gespeeld onder een kalm zeetje, wat enorm afleidde. De video was dus geen succes, maar de muziek des te mee. Dus toch een mooie middag.

Voordat ik me opsluit in de bioscoopzaaltjes van Festival by the Sea besluit ik met een beeld dat ik nog niet eerder zag. De schepping van Rem Koolhaas op de Kop van Zuid is klaar en levert met de Erasmusbrug dit beeld op.

zaterdag 14 september 2013


najaarsreis 2013: Den Haag
Woensdag reed ik na een probleemloze rit Den Haag binnen en even later ook weer uit om met een bocht in Wassenaar terecht te komen waar de camping vlakbij Duindigt, de renbaan, ligt. ‘s Middags op de fiets naar Scheveningen om te controleren wat ik zondag in Andere Tijden op TV zag: de verloedering van Kurhaus en de Pier. Na de ingrepen van Reinder Zwolsman in de jaren zestig en naar diens zeggen de tegenwerking van de gemeente Den Haag kwam het gemoedelijke Scheveningen met z’n fraaie boulevard en z’n doorkijkjes op de Noordzee, in de nederklits. Nu ziet het er wel erg volgepropt uit. Het lange en brede strand staat vol tenten waar het op deze winderige woensdag vrijwel leeg is. De boulevard is kermisachtig en alleen het hoge middendeel van het Kurhaus is nog over. Daarnaast lelijke hoogbouw. Met het circustheater en het casino is het op het plein erachter, wel erg vol en zichtlijnen naar de zee ontbreken volledig.
Donderdag museumdag! Op de fiets ging het bij mooi weer richting Zorgvliet. Bij de rotonde bij Madurodam (iets uit richting) keek ik even in m’n atlasje en hoorde ineens mijn naam roepen. Voor de rotonde stond André Rietveld aan het stuur van een splinternieuwe gemeente-limosine. Hij had twee wethouders van Leeuwarden afgeleverd bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten en heeft wat tijd stuk te slaan. We hebben even een stief kwartiertje bijgepraat. Leuk! Daarna naar het Gemeentemuseum waar de topstukken uit het Mauritshuis hangen maar ook de beroemde Mondriaans. Een zomertentoonstelling van werk van amateurs-kunstenaars levert ook een paar fraaie uitzichten op. Vervolgens naar het Haagse Fotomuseum even verder op. Hier hangt een overzicht van het werk van Koos Breukel. Het gaat om portretten van BN’ers maar ook van onbekenden. Een ander deel bevat foto’s die de levensloop van mensen uitbeeldt. Aardig is dat hier ook het fotoatelier van de fotograaf is nagebouwd. Indrukwekkende fototentoonstelling.
Daarna fiets ik naar “Stroom” een kunstenaarscentrum op de Hoge Wal bij de Koninklijke Stallen. Hier is een imponerende tentoonstelling over de inrichting van bunkers met veel achtergrondinformatie en foto’s maar in de kelders van het pand ook door kunstenaars ingerichte bunkerkamers. Heel realistisch. Aan het eind van de middag langs mooie fietspaden (onder andere door park Clingendael) tyerug naar Wassenaar.

Bij de vorige reis naar Den Haag was het oog gevallen over het langs de Leidschestraatweg gelegen automuseum van Louwman, vlakbij de camping. Op de fiets was ik er zo. Een enorm gebouwencomplex bevat dat Louwman Museum waar een particuliere verzameling antieke-, race- en gebruiksauto’s bijeen is gebracht. Drie verdiepingen vol glimmende auto’s. Van de vroegste exemplaren (stoomauto) tot auto’s uit de jaren zestig. Heel veel beroemde race-auto’s van tussen beide Wereldoorlogen die races als Le Mans en Indianapolis hadden gewonnen. Hele collecties rode Italianen (Ferrari en Alfa’s) maar ook grote ‘striekiezers’ zoals cadillac’s (waaronder een van Elvis Presley) en Studibakers. Een grote wagen van Churchill, een motorfiets van Montgomery en ga zo maar door. Heel veel exemplaren van Spijker uit het begin van de vorige eeuw. De rondgang eindigt op het “museumplein”, een cosy pleintje met winkeltjes en vele terrassen en een heus restaurant. Het was er nog verbazend druk voor een door de weekse ochtend. Ik heb me er zeer vermaakt.
 ‘s Middags was ik naar Het Volkspaleis waarover ik donderdag in het NRC had gelezen. Een vijf sterren recensie voor wat inderdaad fantastisch was: Middenin het Zeeheldenkwartier ligt sinds jaar en dag een enorme electriciteitscentrale. Midden in de stad. Nu van E-ON. Vergelijkbaar met wat er in Leeuwarden aan de Franklinstraat stond. Met schoorsteenpijpen en al. Een deel van deze centrale staat al jaren leeg en is binnen ontmanteld. Maar het 35 meter hoge gebouw heeft een enorme inhoud waarin stalen trapconstructies en halve vloeren zitten. Deze, geheel verduisterde ruimte is de door een kunstenaarscollectief ingericht met zeven projectieschermen en een theater waar elke avond voorstellingen zijn. Overdag draait op de schermen een film: The Lost, gemaakt door Reynold Reynold op 16 mm film, vrijwel geheel in zwart wit. De film suggereert een speelfilm uit de jaren dertig te zijn die speelt in Berlijn en zogenaamd verloren is gegaan (The Lost) maar teruggevonden. Op elk van de enorme schermen wordt een deel van deze film tegelijkertijd vertoond. Het gruizelige beeld is zo in overeenstemming met de ruimte waarin we rondlopen dat het tot een bijzondere belevenis wordt. Het deed mij denken aan de Gasometer van Oberhausen. (zie elders).

Afgelopen maandag deed mijn voordeur dienst als decor voor de opnamen van een aflevering van "De Keet", een serie die Omrop Fryslan dit najaar uitzendt: Jan Arends voert een emotioneel gesprek met de bewoner van dit pand.......