woensdag 20 juni 2012


Lübeck heeft grote zonen

Lübeck is een stad die heel goed voor z’n ‘kinderen’ zorgt. Op veel huizen staat een bord met wie er heeft gewoond, soms een koperen plaatje in het trottoir met een heel verhaal. Soms is een heel stadspaleis aan beroemde ‘zoons’ gewijd. Om die Manns komen we niet heen (Buddenbrookshaus) maar in de Glockengiesserstrasse staat nog zo’n paleisje: het Günter Grass-Haus. Hier wordt de beroemde Lübecker Günter Grass in het zonnetje gezet. Hij woont er soms en in ieder geval zit er een professioneel secretariaat op de bovenste verdieping. Ik loop daar geheel argeloos binnen omdat de bewegwijzering van het grote pand ontbreekt (en ik altijd op de bovenste verdieping van een museum begin). De vriendelijke dames leggen me uit hoe de route wel is. Ze werken op een aangenaam rommelige zolderverdieping met veel boeken en een paar bureaus.

Een beeld van de kunstenaar in de tuin van het Günter Grass Haus

Günter Grass, dit jaar tachtig jaar oud geworden, blijkt naast schrijver (die Blechtrommel) ook een begeenadigd beelden kunstenaar te zijn en daarvan is in de fraaie achteraanbouw veel te zien. Veel beeldhouwwerk maar ook veel grafisch werk. Beide zijn ook ruim te koop. Nu begrijp is dat zakelijke kantoor boven ook beter. Er worden op schermen beelden getoond van een documentaire die ter gelegenheid van zijn recente verjaardag is gedraaid. De man is als literair ambassadeur over de hele wereld actief. Nog steeds. Zijn typerende grote snor en forse bril staan op alle beelden centraal. De film die Blechtrommel draait ook op een groot scherm. Interessante presentatie van een nog levende kunstenaar. De tuin van het Grass Haus grenst aan de tuin van een nog groter huis aan de Königstrasse dat is gewijd aan Willy Brandt, ook een kind van Lübeck. Een man die de naoorlogse geschiedenis van Duitsland en Europa mee heeft bepaald. Op vele schermen wordt zijn loopbaan getoond, soms zijn de tentoonstellinsgdelen wat te pathetisch maar als dan plotseling in een vitrine de originele oorkonde van de Nobelprijs voor de vrede te bekijken is dat toch weer heel mooi.
In dezelfde Königstrasse staat de Sankt Jakobi kirche die naast meer gewijd is aan de zeelieden. Hans wees me erop dat hier een sloep ligt van de in 1957 vergane viermaster de Pamir. Dat schip was van Argentienië op weg naar Duitsland met 86 opvarenden aan boord. Het belandde in een niet voorspelde cycloon en was niet meer te houden. Slechts zes zeelieden werden na 48 uur opgepikt, de rest verdronk. Aan deze en andere rampen wordt in de kerk uitgebreid aandacht besteed. De half kapotte sloep Pamir 2 maakt behoorlijk indruk.

Vanmorgen was ik eerst in het Sankt Annen Museum dat is ondergebracht in een Middeleeuws klooster. Je verbaast je weer iedere keer tot hoe ver de ontstaansgeschiedenis van de Hanzesteden teruggaat en hoe rijk die geschiedenis is overgeleverd. Er is natuurlijk veel religieuze kunst maar er zijn dan ook vele kerken hier. Werk uit de vijftiende en zelfs veertiende eeuw, er wordt hier mee gestrooid. Mooiste kunstwerk is een triptiek van Hans Memlink uit 1471 dat het niveau heeft van de aanbidding van het lam Gods in de St. Baafs in Gent. Alleen wat kleiner. De kloostergangen zijn dubbel uitgevoerd, nooit eerder gezien. De binnentuin is een oase, ook al omdat het heerlijk weer is.
Om vier uur ben ik weer op de camping. Morgen een boottocht van 10 tot 17.30 uur in het vooruitzicht en dan Zweden in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten